Een training over (her)kennen en stellen van grenzen binnen het vrijwilligerswerk
Marijke werkt als vrijwilligster in een verpleegtehuis. Ze maakt regelmatig een praatje met mensen en neemt hen soms mee naar buiten. Bij haar kennismakingsgesprek met de leidinggevende werd haar verteld dat het niet de bedoeling is dat ze ook ‘verzorgende’ taken doet. Ze werkt er echter nu al zo lang en de verpleegkundigen hebben het zo druk dat ze steeds vaker toch voor zorgtaken wordt ingezet: ‘oh, Marijke, breng jij mevrouw Willemsen even naar het toilet?? Ze kan bijna alles zelf hoor....’ Marijke zit in dubio......: moet ze weigeren om het te doen?? Maar dat klinkt zo hard!
Henk is vrijwilliger bij de kerk. Hij bezoekt mensen thuis. Zo bezoekt hij al jarenlang de heer de Vries. De heer de Vries heeft niet veel aanloop en Henk gaat steeds meer voor hem doen en zet zich voor meer dan 100 % in...... Laatst vroeg hr de Vries zelfs of hij een keer mee uit eten ging.... Henk weet niet goed wat hij er mee aanmoet. Hij durft niet goed ‘nee’ te zeggen....
Vrijwilligers zetten zich vaak uit idealisme en enthousiasme in voor een ander. Het is 'dankbaar' werk.
Maar waar houdt het op? Wat doe je wel en wat doe je niet? Wat kan je en wat mag je? Mag je ook weleens nee zeggen? Hoe los je lastige situaties op? Over deze vragen gaat deze training.
Wat gebeurt er tijdens de training?
Samen met de instelling en de vrijwilligers wordt het programma samengesteld. Lastige situaties die de vrijwilligers tegenkomen worden verzameld. Tijdens de training er wordt veelal gewerkt met theaterwerkvormen, zoals rollenspelen en het zogenaamde 'inspringspel'.
Reactie van een vrijwilliger:
‘De voorbeelden in het inspringspel waren herkenbaar. Iedereen zat op het puntje van z'n stoel. Het was veilig genoeg zodat mensen durfden mee te spelen!
We gaan voortaan vaker bij elkaar zitten met de medewerkers om op elkaar beter op elkaar af te stemmen’.
Waar?
De training wordt bij voorkeur in de eigen organisatie gegeven.
Wilt je meer informatie? Neem dan contact met mij op.